Statenvertaling

Klaagliederen 3:41-45 Statenvertaling (SV1750)

41. Nun. Laat ons onze harten opheffen, mitsgaders de handen, tot God in den hemel, zeggende:

42. Nun. Wij hebben overtreden, en wij zijn wederspannig geweest, daarom hebt Gij niet gespaard.

43. Samech. Gij hebt ons met toorn bedekt, en Gij hebt ons vervolgd; Gij hebt ons gedood. Gij hebt niet verschoond.

44. Samech. Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam.

45. Samech. Gij hebt ons tot een uitvaagsel en wegwerpsel gesteld, in het midden der volken.