Statenvertaling

Jozua 8:16-19 Statenvertaling (SV1750)

16. Daarom werd samengeroepen al het volk, dat in de stad was, om hen na te jagen; en zij joegen Jozua na, en werden van de stad afgetrokken.

17. En er werd niet een man overgelaten, in Ai, noch Beth-el, die niet uittrokken, Israel na; en zij lieten de stad openstaan, en joegen Israel achterna.

18. Toen sprak de HEERE tot Jozua: Strek de spies uit, die in uw hand is, naar Ai, want Ik zal hen in uw hand geven. Toen strekte Jozua de spies, die in zijn hand was, naar de stad aan.

19. Toen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats, en zij liepen toe, met dat hij zijn hand uitgestrekt had, en kwamen aan de stad, en zij namen ze in, en zij haastten zich, en staken de stad aan met vuur.