Statenvertaling

Jozua 21:26-33 Statenvertaling (SV1750)

26. Al de steden voor de huisgezinnen van de overige kinderen van Kahath zijn tien, met haar voorsteden.

27. En aan de kinderen van Gerson, van de huisgezinnen der Levieten, van den halven stam van Manasse, de vrijstad des doodslagers, Golan in Bazan, en haar voorsteden, en Beesthera en haar voorsteden: twee steden.

28. En van den stam van Issaschar, Kisjon en haar voorsteden, en Dobrath en haar voorsteden;

29. Jarmuth en haar voorsteden, En-gannim en haar voorsteden: vier steden.

30. En van den stam van Aser, Misal en haar voorsteden, Abdon en haar voorsteden;

31. En Helkath en haar voorsteden, en Rehob en haar voorsteden: vier steden.

32. En van den stam van Nafthali, de vrijstad des doodslagers, Kedes in Galilea, en haar voorsteden, en Hammoth-dor en haar voorsteden, en Karthan en haar voorsteden: drie steden.

33. Al de steden der Gersonieten, naar hun huisgezinnen, zijn dertien steden en haar voorsteden.