53. En Janum, en Beth-tappuah, en Afeka,
54. En Humta, en Kirjath-arba, die is Hebron, en Zior; negen steden en haar dorpen.
55. Maon, Karmel, en Zif, en Juta,
56. En Jizreel, en Jokdeam, en Zanoah,
57. Kain, Gibea, en Timna; tien steden en haar dorpen.
58. Halhul, Beth-zur, en Gedor,
59. En Maarath, en Beth-anoth, en Eltekon; zes steden en haar dorpen.
60. Kirjath-baal, die is Kirjath-jearim, en Rabba; twee steden en haar dorpen.
61. In de woestijn: Beth-araba, Middin en Sechacha,
62. En Nibsan, en de Zoutstad, en Engedi; zes steden en haar dorpen.
63. Maar de kinderen van Juda konden de Jebusieten, inwoners van Jeruzalem, niet verdrijven; alzo woonden de Jebusieten bij de kinderen van Juda te Jeruzalem, tot dezen dag toe.