Statenvertaling

Jona 2:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. En Jona bad tot den HEERE, zijn God, uit het ingewand van den vis.

2. En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.

3. Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.

4. En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.

5. De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.