Statenvertaling

Johannes 4:24-31 Statenvertaling (SV1750)

24. God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.

25. De vrouw zeide tot Hem: Ik weet, dat de Messias komt (Die genaamd wordt Christus); wanneer Die zal gekomen zijn, zo zal Hij ons alle dingen verkondigen.

26. Jezus zeide tot haar: Ik ben het, Die met u spreek.

27. En daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich, dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans zeide niemand: Wat vraagt Gij, of: Wat spreekt Gij met haar?

28. Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden:

29. Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus?

30. Zij dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem.

31. En ondertussen baden Hem de discipelen, zeggende: Rabbi, eet.