6. Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest.
7. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.
8. De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is.
9. Nicodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kunnen deze dingen geschieden?