Statenvertaling

Johannes 18:5-9 Statenvertaling (SV1750)

5. Zij antwoordden Hem: Jezus den Nazarener. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, stond ook bij hen.

6. Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het; gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde.

7. Hij vraagde hun dan wederom: Wien zoekt gij? En zij zeiden: Jezus den Nazarener.

8. Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd, dat Ik het ben. Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.

9. Opdat het woord vervuld zou worden, dat Hij gezegd had: Uit degenen, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik niemand verloren.