Statenvertaling

Johannes 14:1-8 Statenvertaling (SV1750)

1. Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij.

2. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden.

3. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben.

4. En waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij.

5. Thomas zeide tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij den weg weten?

6. Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.

7. Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien.

8. Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg.