Statenvertaling

Johannes 10:28-32 Statenvertaling (SV1750)

28. En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken.

29. Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders.

30. Ik en de Vader zijn een.

31. De Joden dan namen wederom stenen op, om Hem te stenigen.

32. Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele treffelijke werken getoond van Mijn Vader; om welk werk van die stenigt gij Mij?