Statenvertaling

Job 8:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:

2. Hoe lang zult gij deze dingen spreken, en de redenen uws monds een geweldige wind zijn?

3. Zou dan God het recht verkeren, en zou de Almachtige de gerechtigheid verkeren?

4. Indien uw kinderen gezondigd hebben tegen Hem, Hij heeft hen ook in de hand hunner overtreding geworpen.

5. Maar indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt;