Statenvertaling

Job 7:9-12 Statenvertaling (SV1750)

9. Een wolk vergaat en vaart henen; alzo die in het graf daalt, zal niet weder opkomen.

10. Hij zal niet meer wederkeren tot zijn huis, en zijn plaats zal hem niet meer kennen.

11. Zo zal ik ook mijn mond niet wederhouden, ik zal spreken in benauwdheid mijns geestes; ik zal klagen in bitterheid mijner ziel.

12. Ben ik dan een zee, of walvis, dat Gij om mij wachten zet?