Statenvertaling

Job 5:12-24 Statenvertaling (SV1750)

12. Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen; dat hun handen niet een ding uitrichten.

13. Hij vangt de wijzen in hun arglistigheid; dat de raad der verdraaiden gestort wordt.

14. Des daags ontmoeten zij de duisternis, en gelijk des nachts tasten zij in den middag.

15. Maar Hij verlost den behoeftige van het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken.

16. Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe.

17. Zie, gelukzalig is de mens, denwelken God straft; daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet.

18. Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt; Hij doorwondt, en Zijn handen helen.

19. In zes benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren.

20. In den honger zal Hij u verlossen van den dood, en in den oorlog van het geweld des zwaards.

21. Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij komt.

22. Tegen de verwoesting en tegen den honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde zult gij niet vrezen.

23. Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn.

24. En gij zult bevinden, dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen.