Statenvertaling

Job 38:29-33 Statenvertaling (SV1750)

29. Uit wiens buik komt het ijs voort, en wie baart den rijm des hemels?

30. Als met een steen verbergen zich de wateren, en het vlakke des afgrond wordt omvat.

31. Kunt gij de liefelijkheden van het Zevengesternte binden, of de strengen des Orions losmaken?

32. Kunt gij de Mazzaroth voortbrengen op haar tijd, en den Wagen met zijn kinderen leiden?

33. Weet gij de verordeningen des hemels, of kunt gij deszelfs heerschappij op de aarde bestellen?