Statenvertaling

Job 37:2-8 Statenvertaling (SV1750)

2. Hoort met aandacht de beweging Zijner stem, en het geluid, dat uit Zijn mond uitgaat!

3. Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde.

4. Daarna brult Hij met de stem; Hij dondert met de stem Zijner hoogheid, en vertrekt die dingen niet, als Zijn stem zal gehoord worden.

5. God dondert met Zijn stem zeer wonderlijk; Hij doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet.

6. Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en tot den plasregen des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen.

7. Dan zegelt Hij de hand van ieder mens toe, opdat Hij kenne al de lieden Zijns werks.

8. En het gedierte gaat in de loerplaatsen, en blijft in zijn holen.