Statenvertaling

Job 36:12-21 Statenvertaling (SV1750)

12. Maar zo zij niet horen, zo gaan zij door het zwaard door, en zij geven den geest zonder kennis.

13. En die met het hart huichelachtig zijn, leggen toorn op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden heeft.

14. Hun ziel zal in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens.

15. Hij zal den ellendige in zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal Hij het voor hunlieder oor openbaren.

16. Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van den mond des angstes tot de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn.

17. Maar gij hebt het gericht des goddelozen vervuld; het gericht en het recht houden u vast.

18. Omdat er grimmigheid is, wacht u, dat Hij u misschien niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen er niet zou afbrengen.

19. Zou Hij uw rijkdom achten, dat gij niet in benauwdheid zoudt zijn; of enige versterkingen van kracht?

20. Haak niet naar dien nacht, als de volken van hun plaats opgenomen worden.

21. Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen verkoren hebt, uit oorzake van de ellende.