Statenvertaling

Job 36:1-8 Statenvertaling (SV1750)

1. Elihu ging nog voort, en zeide:

2. Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat er nog redenen voor God zijn.

3. Ik zal mijn gevoelen van verre ophalen, en mijn Schepper gerechtigheid toewijzen.

4. Want voorwaar, mijn woorden zullen geen valsheid zijn; een, die oprecht is van gevoelen, is bij u.

5. Zie, God is geweldig, nochtans versmaadt Hij niet; geweldig is Hij in kracht des harten.

6. Hij laat den goddeloze niet leven, en het recht der ellendigen beschikt Hij.

7. Hij onttrekt Zijn ogen niet van den rechtvaardige, maar met de koningen zijn zij in den troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven.

8. En zo zij, gebonden zijnde in boeien, vast gehouden worden met banden der ellende;