Statenvertaling

Job 33:1-7 Statenvertaling (SV1750)

1. En gewisselijk, o Job! hoor toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter ore.

2. Zie nu, ik heb mijn mond opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte.

3. Mijn redenen zullen de oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken.

4. De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen heeft mij levend gemaakt.

5. Zo gij kunt, antwoord mij; schik u voor mijn aangezicht, stel u.

6. Zie, ik ben Godes, gelijk gij; uit het leem ben ik ook afgesneden.

7. Zie, mijn verschrikking zal u niet beroeren, en mijn hand zal over u niet zwaar zijn.