Statenvertaling

Job 28:15-26 Statenvertaling (SV1750)

15. Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen.

16. Zij kan niet geschat worden tegen fijn goud van Ofir, tegen den kostelijken Schoham, en den Saffier.

17. Men kan het goud of het kristal haar niet gelijk waarderen; ook is zij niet te verwisselen voor een kleinood van dicht goud.

18. De Ramoth en Gabisch zal niet gedacht worden; want de trek der wijsheid is meerder dan der Robijnen.

19. Men kan de Topaas van Morenland haar niet gelijk waarderen; en bij het fijn louter goud kan zij niet geschat worden.

20. Die wijsheid dan, van waar komt zij, en waar is de plaats des verstands?

21. Want zij is verholen voor de ogen aller levenden, en voor het gevogelte des hemels is zij verborgen.

22. Het verderf en de dood zeggen: Haar gerucht hebben wij met onze oren gehoord.

23. God verstaat haar weg, en Hij weet haar plaats.

24. Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen.

25. Als Hij den wind het gewicht maakte, en de wateren opwoog in mate;

26. Als Hij den regen een gezette orde maakte, en een weg voor het weerlicht der donderen;