Statenvertaling

Job 27:17-23 Statenvertaling (SV1750)

17. Hij zal ze bereiden, maar de rechtvaardige zal ze aantrekken, en de onschuldige zal het zilver delen.

18. Hij bouwt zijn huis als een motte, en als een hoeder de hutte maakt.

19. Rijk ligt hij neder, en wordt niet weggenomen; doet hij zijn ogen open, zo is hij er niet.

20. Verschrikkingen zullen hem als wateren aangrijpen; des nachts zal hem een wervelwind wegstelen.

21. De oostenwind zal hem wegvoeren, dat hij henengaat, en zal hem wegstormen uit zijn plaats.

22. En God zal dit over hem werpen, en niet sparen; van Zijn hand zal hij snellijk vlieden.

23. Een ieder zal over hem met zijn handen klappen, en over hem fluiten uit zijn plaats.