Statenvertaling

Job 27:1-4 Statenvertaling (SV1750)

1. En Job ging voort zijn spreuk op te heffen, en zeide:

2. Zo waarachtig als God leeft, Die mijn recht weggenomen heeft, en de Almachtige, Die mijner ziel bitterheid heeft aangedaan!

3. Zo lang als mijn adem in mij zal zijn, en het geblaas Gods in mijn neus;

4. Indien mijn lippen onrecht zullen spreken, en indien mijn tong bedrog zal uitspreken!