Statenvertaling

Job 24:17-25 Statenvertaling (SV1750)

17. Want de morgenstond is hun te zamen de schaduw des doods; als men hen kent, zijn zij in de strikken van des doods schaduw.

18. Hij is licht op het vlakke der wateren; vervloekt is hun deel op de aarde; hij wendt zich niet tot den weg der wijngaarden.

19. De droogte mitsgaders de hitte nemen de sneeuwwateren weg; alzo het graf dergenen, die gezondigd hebben.

20. De baarmoeder vergeet hem, het gewormte is hem zoet, zijns wordt niet meer gedacht; en het onrecht wordt gebroken als een hout.

21. De onvruchtbare, die niet baart, teert hij af, en aan de weduwe doet hij niets goeds.

22. Ook trekt hij de machtigen door zijn kracht; staat hij op, zo is men des levens niet zeker.

23. Stelt hem God in gerustigheid, zo steunt hij daarop; nochtans zijn Zijn ogen op hun wegen.

24. Zij zijn een weinig tijds verheven, daarna is er niemand van hen; zij worden nedergedrukt; gelijk alle anderen worden zij besloten; en gelijk de top ener aar worden zij afgesneden.

25. Indien het nu zo niet is, wie zal mij leugenachtig maken, en mijn rede tot niet brengen?