Statenvertaling

Job 21:6-8 Statenvertaling (SV1750)

6. Ja, wanneer ik daaraan gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft een gruwen gevat.

7. Waarom leven de goddelozen, worden oud, ja, worden geweldig in vermogen?

8. Hun zaad is bestendig met hen voor hun aangezicht, en hun spruiten zijn voor hun ogen.