Statenvertaling

Job 21:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Maar Job antwoordde en zeide:

2. Hoort aandachtelijk mijn rede, en laat dit zijn uw vertroostingen.

3. Verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan.

4. Is (mij aangaande) mijn klacht tot den mens? Doch of het zo ware, waarom zou mijn geest niet verdrietig zijn?

5. Ziet mij aan, en wordt verbaasd, en legt de hand op den mond.