Statenvertaling

Job 17:1-6 Statenvertaling (SV1750)

1. Mijn geest is verdorven, mijn dagen worden uitgeblust, de graven zijn voor mij.

2. Zijn niet bespotters bij mij, en overnacht niet mijn oog in hunlieder verbittering?

3. Zet toch bij, stel mij een borg bij U; wie zal hij zijn? Dat in mijn hand geklapt worde.

4. Want hun hart hebt Gij van kloek verstand verborgen; daarom zult Gij hen niet verhogen.

5. Die met vleiing den vrienden wat aanzegt, ook zijner kinderen ogen zullen versmachten.

6. Doch Hij heeft mij tot een spreekwoord der volken gesteld; zodat ik een trommelslag ben voor ieders aangezicht.