Statenvertaling

Job 14:1-8 Statenvertaling (SV1750)

1. De mens, van een vrouw geboren, is kort van dagen, en zat van onrust.

2. Hij komt voort als een bloem, en wordt afgesneden; ook vlucht hij als een schaduw, en bestaat niet.

3. Nog doet Gij Uw ogen over zulk een open; en Gij betrekt mij in het gericht met U.

4. Wie zal een reine geven uit den onreine? Niet een.

5. Dewijl zijn dagen bestemd zijn, het getal zijner maanden bij U is, en Gij zijn bepalingen gemaakt hebt, die hij niet overgaan zal;

6. Wend U van hem af, dat hij rust hebbe, totdat hij als een dagloner aan zijn dag een welgevallen hebbe.

7. Want voor een boom, als hij afgehouwen wordt, is er verwachting, dat hij zich nog zal veranderen, en zijn scheut niet zal ophouden.

8. Indien zijn wortel in de aarde veroudert, en zijn stam in het stof versterft;