Statenvertaling

Job 13:10-21 Statenvertaling (SV1750)

10. Hij zal u gewisselijk bestraffen, zo gij in het verborgene het aangezicht aanneemt.

11. Zal u niet Zijn hoogheid verschrikken, en Zijn vreze over u vallen?

12. Uw gedachtenissen zijn gelijk as, uw hoogten als hoogten van leem.

13. Houdt stil van mij, opdat ik spreke, en er ga over mij, wat het zij.

14. Waarom zou ik mijn vlees in mijn tanden nemen, en mijn ziel in mijn hand stellen?

15. Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen.

16. Ook zal Hij mij tot zaligheid zijn; maar een huichelaar zal voor Zijn aangezicht niet komen.

17. Hoort naarstiglijk mijn rede, en mijn aanwijzing met uw oren.

18. Ziet nu, ik heb het recht ordentelijk gesteld; ik weet, dat ik rechtvaardig zal verklaard worden.

19. Wie is hij, die met mij twist? Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven.

20. Alleenlijk doe twee dingen niet met mij; dan zal ik mij van Uw aangezicht niet verbergen.

21. Doe Uw hand verre van op mij, en Uw verschrikking make mij niet verbaasd.