Statenvertaling

Jesaja 6:5 Statenvertaling (SV1750)

Toen zeide ik: Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben den Koning, den HEERE der heirscharen gezien.

Jesaja 6

Jesaja 6:4-13