Statenvertaling

Jeremia 5:16-21 Statenvertaling (SV1750)

16. Zijn pijlkoker is als een open graf; zij zijn altemaal helden.

17. En het zal uw oogst en uw brood opeten, dat uw zonen en uw dochteren zouden eten; het zal uw schapen en uw runderen opeten; het zal uw wijnstok en uw vijgeboom opeten; uw vaste steden, op dewelke gij vertrouwt, zal het arm maken, door het zwaard.

18. Nochtans zal Ik ook in die dagen, spreekt de HEERE, geen voleinding met ulieden maken.

19. En het zal geschieden, wanneer gij zult zeggen: Waarom heeft ons de HEERE, onze God, al deze dingen gedaan? dat gij tot hen zeggen zult: Gelijk als gijlieden Mij hebt verlaten, en vreemde goden in uw land gediend, alzo zult gij de uitlandse dienen, in een land, dat het uwe niet is.

20. Verkondigt dit in het huis van Jakob, en laat het horen in Juda, zeggende:

21. Hoort nu dit, gij dwaas en harteloos volk! die ogen hebben, maar zien niet, die oren hebben, maar horen niet.