Statenvertaling

Jeremia 48:35-41 Statenvertaling (SV1750)

35. En Ik zal in Moab doen ophouden, spreekt de HEERE, dien, die op de hoogte offert, en die zijn goden rookt.

36. Daarom zal Mijn hart over Moab getier maken als de fluiten; ook zal Mijn hart over de lieden van Kir-heres getier maken als de fluiten, omdat het overschot, dat hij gemaakt had, verloren is.

37. Want alle hoofden zijn kaal, en alle baarden afgekort; op alle handen zijn insnijdingen, en op de lenden is een zak.

38. Op alle daken van Moab, en op al haar straten is overal misbaar; want Ik heb Moab verbroken als een vat, waar men geen lust aan heeft, spreekt de HEERE.

39. Hoe is hij verslagen! zij huilen; hoe heeft Moab den nek met schaamte gewend! Alzo zal Moab allen, die rondom hem zijn, tot belaching en tot een ontzetting worden.

40. Want zo zegt de HEERE: Ziet, hij zal snel vliegen als een arend, en hij zal zijn vleugelen over Moab uitbreiden.

41. Elk een der steden is gewonnen, en elk een der vastigheden is ingenomen; en het hart van Moabs helden zal te dien dage wezen, als het hart ener vrouw, die in nood is.