Statenvertaling

Jeremia 25:18-24 Statenvertaling (SV1750)

18. Namelijk Jeruzalem en de steden van Juda, en haar koningen, en haar vorsten; om die te stellen tot een woestheid, tot een ontzetting, tot een aanfluiting en tot een vloek, gelijk het is te dezen dage;

19. Farao, den koning van Egypte, en zijn knechten, en zijn vorsten, en al zijn volk;

20. En den gansen gemengden hoop, en allen koningen des lands van Uz; en allen koningen van der Filistijnen land, en Askelon, en Gaza, en Ekron, en het overblijfsel van Asdod;

21. Edom, en Moab, en den kinderen Ammons;

22. En allen koningen van Tyrus, en allen koningen van Sidon; en den koningen der eilanden, die aan gene zijde der zee zijn.

23. Dedan, en Thema, en Buz, en allen, die aan de hoeken afgekort zijn;

24. En allen koningen van Arabie; en allen koningen des gemengden hoops, die in de woestijn wonen;