Statenvertaling

Jeremia 14:1-6 Statenvertaling (SV1750)

1. Het woord des HEEREN, dat tot Jeremia geschied is, over de zaken der grote droogte.

2. Juda treurt en haar poorten zijn verzwakt; zij zijn in het zwart gekleed ter aarde toe, en Jeruzalems geschrei klimt op.

3. En hun voortreffelijken zenden hun kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen water, zij komen met hun vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja, worden schaamrood, en bedekken hun hoofd.

4. Omdat het aardrijk gescheurd is, dewijl er geen regen op de aarde is; de akkerlieden zijn beschaamd, zij bedekken hun hoofd.

5. Want ook de hinden in het veld werpen jongen, en verlaten die, omdat er geen jong gras is.

6. En de woudezels staan op de hoge plaatsen, zij scheppen den wind gelijk de draken; hun ogen versmachten, omdat er geen kruid is.