Statenvertaling

Jakobus 5:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.

2. Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden;

3. Uw goud en zilver is verroest; en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw vlees als een vuur verteren; gij hebt schatten vergaderd in de laatste dagen.

4. Ziet, het loon der werklieden, die uw landen gemaaid hebben, welke van u verkort is, roept; en het geschrei dergenen, die geoogst hebben, is gekomen tot in de oren van den Heere Sebaoth.

5. Gij hebt lekkerlijk geleefd op de aarde, en wellusten gevolgd; gij hebt uw harten gevoed als in een dag der slachting.