Statenvertaling

Hooglied 7:2-6 Statenvertaling (SV1750)

2. Uw navel is als een ronde beker, dien geen drank ontbreekt; uw buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met lelien.

3. Uw twee borsten zijn als twee welpen, tweelingen van een ree.

4. Uw hals is als een elpenbenen toren, uw ogen zijn als de vijvers te Hesbon, bij de poort van Bath-rabbim; uw neus is als de toren van Libanon, die tegen Damaskus ziet.

5. Uw hoofd op u is als Karmel, en de haarband uws hoofds als purper; de koning is als gebonden op de galerijen.

6. Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, o liefde, in wellusten!