Statenvertaling

Hooglied 3:4 Statenvertaling (SV1750)

Toen ik een weinigje van hen weggegaan was, vond ik Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik hield Hem vast, en liet Hem niet gaan, totdat ik Hem in mijner moeders huis gebracht had, en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft.

Hooglied 3

Hooglied 3:2-8