Statenvertaling

Hebreeën 10:14-27 Statenvertaling (SV1750)

14. Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.

15. En de Heilige Geest getuigt het ons ook;

16. Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;

17. En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.

18. Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.

19. Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,

20. Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees;

21. En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods;

22. Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.

23. Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw);

24. En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;

25. En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.

26. Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;

27. Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.