Statenvertaling

Handelingen 9:12-16 Statenvertaling (SV1750)

12. En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.

13. En Ananias antwoordde: Heere! ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft;

14. En heeft hier macht van de overpriesters, om te binden allen, die Uw Naam aanroepen.

15. Maar de Heere zeide tot hem: Ga heen; want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen, en de koningen, en de kinderen Israels.

16. Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam.