2. En enige godvruchtige mannen droegen Stefanus te zamen ten grave en maakten groten rouw over hem.
3. En Saulus verwoestte de Gemeente, gaande in de huizen; en trekkende mannen en vrouwen, leverde hen over in de gevangenis.
4. Zij dan nu, die verstrooid waren, gingen het land door, en verkondigden het Woord.