Statenvertaling

Handelingen 10:33-40 Statenvertaling (SV1750)

33. Zo heb ik dan van stonde aan tot u gezonden, en gij hebt welgedaan, dat gij hier gekomen zijt. Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor God, om te horen al hetgeen u van God bevolen is.

34. En Petrus, den mond opendoende, zeide: Ik verneem in der waarheid, dat God geen aannemer des persoons is;

35. Maar in allen volke, die Hem vreest en gerechtigheid werkt, is Hem aangenaam.

36. Dit is het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israels, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen.

37. Gijlieden weet de zaak, die geschied is door geheel Judea, beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft;

38. Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd waren; want God was met Hem.

39. En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, Hem hangende aan het hout.

40. Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden;