Statenvertaling

Handelingen 10:28 Statenvertaling (SV1750)

En hij zeide tot hen: Gij weet, hoe het een Joodsen man ongeoorloofd is, zich te voegen of te gaan tot een vreemde; doch God heeft mij getoond, dat ik geen mens zou gemeen of onrein heten.

Handelingen 10

Handelingen 10:20-37