Statenvertaling

Genesis 49:17-21 Statenvertaling (SV1750)

17. Dan zal een slang zijn aan den weg, een adderslang nevens het pad, bijtende des paards verzenen, dat zijn rijder achterover valle.

18. Op uw zaligheid wacht ik, HEERE!

19. Aangaande Gad, een bende zal hem aanvallen; maar hij zal haar aanvallen in het einde.

20. Van Aser, zijn brood zal vet zijn; en hij zal koninklijke lekkernijen leveren.

21. Nafthali is een losgelaten hinde; hij geeft schone woorden.