Statenvertaling

Genesis 46:16-25 Statenvertaling (SV1750)

16. En de zonen van Gad: Zifjon en Haggi, Schuni en Ezbon, Eri en Arodi, en Areli.

17. En de zonen van Aser: Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Berija, en Sera, hun zuster; en de zonen van Berija: Heber en Malchiel.

18. Dit zijn de zonen van Zilpa, die Laban aan zijn dochter Lea gegeven had; en zij baarde Jakob deze zestien zielen.

19. De zonen van Rachel, Jakobs huisvrouw: Jozef en Benjamin.

20. En Jozef werden geboren in Egypteland, Manasse en Efraim, die hem Asnath, de dochter van Potifera, den overste te On, baarde.

21. En de zonen van Benjamin: Bela, Becher en Asbel, Gera en Naaman, Echi en Ros, Muppim en Huppim, en Ard.

22. Dit zijn de zonen van Rachel, die Jakob geboren zijn, al te zamen veertien zielen.

23. En de zonen van Dan: Chusim.

24. En de zonen van Nafthali: Jahzeel, en Guni, en Jezer, en Sillem.

25. Dit zijn de zonen van Bilha, die Laban aan zijn dochter Rachel gegeven had; en zij baarde dezelve Jakob, zij waren allen zeven zielen.