Statenvertaling

Genesis 41:21-23 Statenvertaling (SV1750)

21. Dewelke in haar buik inkwamen; maar men merkte niet, dat ze in haar buik ingekomen waren; want haar aanzien was lelijk, gelijk als in het begin. Toen ontwaakte ik.

22. Daarna zag ik in mijn droom, en zie, zeven aren rezen op in een halm, vol en goed.

23. En zie, zeven dorre, dunne en van den oostenwind verzengde aren, schoten na dezelve uit;