Statenvertaling

Genesis 17:22-26 Statenvertaling (SV1750)

22. En Hij eindigde met hem te spreken, en God voer op van Abraham.

23. Toen nam Abraham zijn zoon Ismael, en al de ingeborenen van zijn huis, en alle gekochten met zijn geld, al wat mannelijk was onder de lieden van het huis van Abraham, en hij besneed het vlees hunner voorhuid, even ten zelfden dage, gelijk als God met hem gesproken had.

24. En Abraham was oud negen en negentig jaren, als hem het vlees zijner voorhuid besneden werd.

25. En Ismael, zijn zoon, was dertien jaren oud, als hem het vlees zijner voorhuid besneden werd.

26. Even op dezen zelfden dag werd Abraham besneden, en Ismael, zijn zoon.