24. En Nahor leefde negen en twintig jaren, en gewon Terah.
25. En Nahor leefde, nadat hij Terah gewonnen had, honderd en negentien jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
26. En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran.
27. En deze zijn de geboorten van Terah: Terah gewon Abram, Nahor en Haran; en Haran gewon Lot.
28. En Haran stierf voor het aangezicht zijns vaders Terah, in het land zijner geboorte, in Ur der Chaldeen.