Statenvertaling

Genesis 10:1-7 Statenvertaling (SV1750)

1. Dit nu zijn de geboorten van Noachs zonen: Sem, Cham, en Jafeth; en hun werden zonen geboren na den vloed.

2. De zonen van Jafeth zijn: Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Thiras.

3. En de zonen van Gomer zijn: Askenaz, en Rifath, en Togarma.

4. En de zonen van Javan zijn: Elisa, en Tarsis; de Chittieten en Dodanieten.

5. Van dezen zijn verdeeld de eilanden der volken in hun landschappen, elk naar zijn spraak, naar hun huisgezinnen, onder hun volken.

6. En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaan.

7. En de zonen van Cusch zijn: Seba en Havila, en Sabta, en Raema, en Sabtecha. En de zonen van Raema zijn: Scheba en Dedan.