Statenvertaling

Galaten 3:6-9 Statenvertaling (SV1750)

6. Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend;

7. Zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.

8. En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden.

9. Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham.