3. Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees?
4. Hebt gij zoveel tevergeefs geleden? Indien maar ook tevergeefs!
5. Die u dan den Geest verleent, en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?
6. Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend;
7. Zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.