Statenvertaling

Filippenzen 2:16-24 Statenvertaling (SV1750)

16. Voorhoudende het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet tevergeefs heb gelopen, noch tevergeefs gearbeid.

17. Ja, indien ik ook tot een drankoffer geofferd worde over de offerande en bediening uws geloofs, zo verblijde ik mij, en verblijde mij met u allen.

18. En om datzelfde verblijdt gij u ook, en verblijdt ook ulieden met mij.

19. En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben.

20. Want ik heb niemand, die even alzo gemoed is, dewelke oprechtelijk uw zaken zal bezorgen.

21. Want zij zoeken allen het hunne, niet hetgeen van Christus Jezus is.

22. En gij weet zijn beproeving, dat hij, als een kind zijn vader, met mij gediend heeft in het Evangelie.

23. Ik hoop dan wel dezen van stonde aan te zenden, zo haast als ik in mijn zaken zal voorzien hebben;

24. Doch ik vertrouw in den Heere, dat ik ook zelf haast tot u komen zal.