Statenvertaling

Filémon 1:11-14 Statenvertaling (SV1750)

11. Die eertijds u onnut was, maar nu u en mij zeer nuttig; denwelken ik wedergezonden heb.

12. Doch gij, neem hem, dat is mijn ingewanden, weder aan;

13. Denwelken ik wel had willen bij mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou in de banden des Evangelies.

14. Maar ik heb zonder uw goedvinden niets willen doen, opdat uw goeddadigheid niet zou zijn als naar bedwang, maar naar vrijwilligheid.